- binnenste
- {{binnenste}}{{/term}}1 [het meest naar binnen gelegen deel] inside ⇒ in(ner)most/inner part2 [gemoed, hart, geweten] heart (of hearts) ⇒ soul (of souls), inner self♦voorbeelden:1 het binnenste buiten keren • turn (everything) inside out; 〈figuurlijk ook〉 turn the place upside down2 in zijn binnenste had hij er spijt van • deep down (in his heart)/in his heart (of hearts) he regretted it
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.